Baby behandeling

Bij elke baby die samen met een van de ouders (of een verzorger) bij ons komt, wordt eerst een motorisch onderzoek gedaan. We kijken hoe het kind contact maakt, hoe het beweegt en hoe het reageert op bewogen worden. Aan de hand daarvan wordt besloten of baby behandeling nodig is of dat het voldoende is om een aantal adviezen te geven. is. Soms is ook een eenmalige consultatie voldoende.
Bij zuigelingen bestaat de behandeling voor een groot deel uit houdings-, hanterings- en speladviezen die aan de ouders voor thuis worden meegegeven. Dit betekent dat de frequentie van de begeleiding vaak  laag kan zijn, bij voorbeeld om de 2-3 weken. Vaak komen we ook een keer thuis en op het kinderdagverblijf om adviezen te geven. En indien de situatie dat vraagt kan de behandeling helemaal thuis plaats vinden, dit moet dan wel op de verwijzing vermeld worden.

Mogelijke indicaties voor behandeling/ begeleiding:

  • Een kindje met een voorkeurshouding : uw baby kijkt teveel naar een kant en krijgt daardoor soms een afgeplat achterhoofdje en beweegt zich eenzijdig.
  • Een overprikkelde baby: Uw kind is wat schrikkerig en hyperalert, het wil je liefst voortdurend aankijken en zuigt alles wat er in zijn omgeving gebeurt in zich op. Het kan zich daardoor vaak moeilijk overgeven aan de slaap en wil hoe dan ook  ‘erbij’ blijven.
  • Uw baby voel wat stijf en gespannen aan , het kindje trappelt wat houterig of heel weinig en kan niet lekker bewegen.
  • Uw kindje voelt wat slap aan en als je het optilt glijdt het bijna tussen je handen door , het huilt weinig en vaak nogal zacht en beweegt wat weinig.
  • Veel huilen. Uw baby huilt erg veel en is bijna niet te troosten. Vaak is het dan lastig om nog enige regelmaat in de dagelijkse verzorging te brengen. Het vele huilen kan voor u als ouder of verzorger zenuwslopend zijn.
  • Problemen tijdens de zwangerschap of rondom de geboorte:  Vòòr,  tijdens of na de geboorte zijn er problemen ontstaan waardoor de ontwikkeling van het kind bedreigd wordt: Zuurstofgebrek bij de bevalling, een verlamd armpje (Ebse parese).
  • Een traag verlopende ontwikkeling waarvan  de oorzaak nog onbekend is.
  • Aangeboren afwijkingen die de ontwikkeling beïnvloeden : cerebrale parese, Syndroom van Down, een ander syndroom, een aangeboren spierziekte.
  • Slechtziendheid heeft grote invloed op de motorische ontwikkeling van een pasgeboren baby.
  • Voedingsproblemen, veel verslikken, veel spugen.
  • Ademhalingsproblemen, veel slijm, snelle ademhaling.
  • Als uw kindje een spreidbroek nodig heeft voor de ontwikkeling van de heupen, dan zijn een aantal houdingsadviezen nuttig zodat vertraging van de motorische ontwikkeling wordt voorkomen.
  • Als uw baby langere tijd in het ziekenhuis heeft gelegen, heeft dit vaak ook invloed op de motorische ontwikkeling en kan het nodig zijn om  het kind wat extra te stimuleren.